December
2015, een boek tikte op mijn schouder. Ik had de neiging het te negeren. Het
boek dat om mijn aandacht vroeg was vanaf mijn jeugd dan wel mijn lievelingsboek geweest,
maar om na mijn hertaling van een andere klassieker direct aan een nieuwe te
beginnen: was dat wel een goed idee? Het
leek de klassieker een bijzonder goed idee, want het tikken werd slaan, en het
slaan werd meppen.
‘Oké,
Rémi, jij je zin, ik ga je herlezen. En dan eens zien of ik je nóg zo geweldig
vind.’
Ik bleek het weer geweldig te vinden. Wat een prachtig boek, en wat jammer dat nog zo weinig kinderen het lazen omdat de taal intussen te verouderd was. In de loop der jaren waren er heel wat bewerkingen en
uitvoeringen geweest te zijn, maar de laatste was alweer zo'n veertig jaar oud. Buiten de uitstekende integrale vertaling van August
Willemsen uit 1999 (die voor kinderen veel te moeilijk is), was er geen mooie, nieuwe vertaling/bewerking
voor zowel kinderen als volwassenen.
Ik kon er niet omheen, ik moest dit oppakken. Naast de vertaling van Willemsen schafte ik drie oude versies aan die wat meer op kinderen gericht
waren, downloadde ik het originele Franse boek en wist ik ook een honderd jaar oude druk van de papieren Franse versie op de kop te tikken.
Ik
ging aan de slag. Binnen de kortste keren had ik zes
hoofdstukken af en niets in de wereld leek mij nog af te kunnen brengen van het
voltooien van het hele boek.
Nu
is het nadeel van manuscripten dat je er een uitgever voor moet zien te vinden
die zo gek is ze te willen uitgeven. Daar ervaring leert dat je goede ideeën
niet zomaar moet rondstrooien, was ik voorzichtig. Mijn netwerk in
uitgeversland is vrij groot, maar wie kon ik hiervoor nou het beste benaderen?
Het
toeval wilde dat ik een paar weken later, in januari, voor Boekenbijlage.nl een
recensie schreef van een heruitgave van Alice in Wonderland. Ik stuurde mijn
recensie naar de uitgeverij en kreeg een out of office-reply. In dat berichtje
stond dat als mijn mail dringend was, ik contact kon opnemen met die en
die.
Mijn
hart ging meteen open: die en die? Ik kende haar van een andere uitgeverij, en
ik mocht haar enorm graag, maar ik had haar al een aantal jaren niet gesproken. Natuurlijk mailde ik haar
even. Niet omdat mijn berichtje zo urgent was, maar omdat ik graag opnieuw contact
wilde leggen.
Ze
reageerde nog diezelfde dag en er ontstond een fijne e-mailuitwisseling. Een van de dingen
die ik met haar deelde, was dat ik in het geheim ergens aan werkte en dat dat
wel heel goed bij Gottmer zou passen.
‘Deel
je geheim,’ vroeg ze me.
Ik
deelde mijn geheim.
‘Hoeveel
hoofdstukken heb je tot nu toe?’
‘Zes.’
‘Stuur
die op.’
Een
dag later kreeg ik een mailtje van de uitgeefster. Dat
er bij die zes hoofdstukken meteen een laatje was opengegaan en dat ze graag
een afspraak wilde maken.
Er
ging nog geen week voorbij of ik zat met vier dames van de uitgeverij om de
tafel.
‘We
willen het heel graag doen,’ zei de uitgeefster, ‘en we hebben een illustrator gevraagd
die een gat in de lucht sprong.’
Ik
had natuurlijk zelf ook een illustrator in gedachten gehad, maar tussen in
gedachten hebben of daar zelfs maar op durven hopen, zit bij deze
illustrator een wereld van verschil.
Toen
haar naam dus werd genoemd, vlogen mijn armen de lucht in.
‘We vragen je wel om geduld,’ ging de uitgeefster door. ‘Zij heeft namelijk pas vanaf maart tijd om eraan te beginnen.’
‘Maart?’
zei ik, ‘ach, dat is al over twee maanden.’
De
uitgeefster kuchte. ‘Uhm, maart volgend jaar…’
Maart volgend jaar werd april en april werd mei, want ook illustratoren kunnen te veel hooi op hun vork nemen. Mijn tekst was intussen al ruim een halfjaar klaar, maar uiteindelijk kwamen de tekeningen binnendruppelen. En wat voor tekeningen.
Juni
2016: eindelijk, na zeventien maanden geheimhouding, mocht ik het van de digitale
daken schreeuwen: in november verschijnt
mijn bewerking van Alleen op de wereld, met tekeningen van Charlotte Dematons!
November
2016, tweeëntwintig maanden na het eerste gesprek bij de uitgeverij: het was
zover, het boek lag in de winkels! Binnen een maand was er een tweede druk, het boek werd getipt door het boekenpanel van DWDD, waardoor de derde druk ingezet kon worden. Intussen is ook de vierde druk een feit.
Ik kan niet trotser zijn. Niet alleen omdat het boek er fantastisch uitziet en Gottmer werkelijk alles uit de kast heeft getrokken om het de aandacht te geven die het verdient, maar ook omdat dit boek niet in opdracht is ontstaan, zoals veel mensen denken, maar ik het zelf heb geïnitieerd. En dát heeft allemaal weer te maken met de synchroniciteit die mensen en situaties op zo’n wonderlijke manier bij elkaar kunnen brengen.
Ik kan niet trotser zijn. Niet alleen omdat het boek er fantastisch uitziet en Gottmer werkelijk alles uit de kast heeft getrokken om het de aandacht te geven die het verdient, maar ook omdat dit boek niet in opdracht is ontstaan, zoals veel mensen denken, maar ik het zelf heb geïnitieerd. En dát heeft allemaal weer te maken met de synchroniciteit die mensen en situaties op zo’n wonderlijke manier bij elkaar kunnen brengen.
Want:
Als
ik nooit een pilatesboek had geschreven en daardoor niet was gevraagd om pauzepilateslesjes
te geven bij uitgeverijen, waar ik ‘die en die’ heb leren kennen…
Als
ik nooit op Facebook was gegaan en Pieter Feller van Boekenbijlage.nl niet had
leren kennen, waardoor ik niet alleen samen met hem kinderboeken ben gaan schrijven, maar ook
recensies voor zijn site…
Als
ik geen out of office-reply had ontvangen en ik daarin niet de naam van ‘die en
die’ was tegengekomen…
Als
ik geen contact met haar had opgenomen en mijn geheim niet met haar had
gedeeld…
Dat
vind ik misschien nog wel het meest magische en bijzondere aan dit hele boek:
hoe al die lijntjes bij elkaar zijn gekomen en hoe het kennelijk niet anders
kón…
Ik
voel me met dit boek dan ook niet ‘slechts’ de vertaler/bewerker. Hoewel ik
merk dat ik die rol wel krijg toebedeeld, en ik
dat niemand kwalijk kan nemen, weet ik gelukkig beter. En jullie nu ook 😊
Geen opmerkingen:
Een reactie posten